Het ontstaan van rolstoelbasketbal
Rolstoelbasketbal ontstond net als het validenbasketbal in de Verenigde Staten van Amerika. Via Groot-Brittannië kwam de sport in Europa terecht. De sport won steeds meer aan populariteit en veroverde stilaan de rest van de wereld.
Het prille begin in Amerika
Rolstoelbasketbal ontstond vlak na de tweede wereldoorlog in Amerikaanse revalidatiecentra. In de militaire ziekenhuizen vond je veel jonge veteranen met ruggenmergletsels. Deze jonge mannen hadden nog steeds zin in hun leven. Ze waren het saaie ziekenhuisleven beu en verveelden zich. Daarom zochten ze naar een manier om zich te ontspannen. Stilaan begonnen ze zich uit te leven in de sport. Ze speelden een variant van het basketbal, rolstoelbasketbal ontstond. De veteranen zelf maakten deze sport. Ze wilden niet langer als patiënt worden aanzien, maar wel als volwaardige mensen.
In 1945, reeds kort na de oorlog, werden reeds wedstrijden gespeeld tussen de teams van de verschillende revalidatiecentra. Deze wedstrijden waren allemaal regionaal. Er was nog geen echte overkoepelende organisatie die zich bezighield met de reglementering en organisatie van de sport. De eerste krantenberichten over rolstoelbasketbal dateren uit 1947, en werden gepubliceerd door de Amerikaanse krant “Framingham News”.
Rolstoelbasketbal won steeds meer aan bekendheid in Amerika. Dit kwam onder andere door de nieuwsberichten, maar ook door de tour van de rolstoelbasketbalclub “The flying wheels of California”. De spelers maakten een trip doorheen Amerika per vliegtuig, en ze speelden overal wedstrijden. Het rolstoelbasketbal was klaar voor de verovering van Amerika en van de hele wereld.
Het prille begin in Groot-Brittannië
In Groot-Brittannië maakte men pas later kennis met het rolstoelbasketbal. Er werden wel tal van andere sporten gespeeld in een rolstoel. Enkele voorbeelden hiervan zijn: rolstoelpolo, boogschieten, tafeltennis, rolstoelnetbal,… . Het rolstoelnetbal kon je het “kleine neefje” van het rolstoelbasketbal noemen. De twee baskets waarin gespeeld werd hadden geen achterbord en er waren bitterweinig regels omtrent het dribbelen en de speeltijd. Het was eerder een soort van korfbal dat in rolstoelen werd gespeeld.
Ook dokters zagen de positieve aspecten van het sporten. In Groot-Brittannië had je dokter Sir Ludwig Guttmann, een Engelse neuroloog van het Stoke-Mandeville Hospital in Avlesbury. Hij gebruikte sport als middel om de levenskwaliteit van gewonden uit de tweede wereldoorlog te verbeteren.
In 1948 werden in Groot-Brittannië de eerste internationale kampioenschappen voor rolstoelsporten of de Stoke Mandeville Games georganiseerd. Er werd daar een eerste maal rolstoelbasketbal gespeeld in het jaar 1955. Alhoewel basketbal in die tijd meer en meer aan populariteit won, duurde het toch tot 1957 vooraleer rolstoelbasketbal de plaats ging innemen van het, door de Engelsen zo geliefde, netbal.
Van therapie naar een volwaardige vrijetijdsbesteding.
Rolstoelbasketbal bleef door verschillende nationale en internationale wedstrijden geen verkapte vorm van therapie. Het werd een volwaardige vorm van vrijetijdsbesteding. Het rolstoelbasketbal omvatte geen moeilijke toestanden. Er waren minimale aanpassingen aan de “gewone” basketbalreglementen. Hier en daar werden kleine aanpassingen gemaakt, en dit bleek voldoende te zijn. Men speelde nog steeds vijf tegen vijf, de basket bleef op dezelfde hoogte hangen, en het veld had dezelfde afmetingen als in het basketbal voor valide spelers.
Door deze minimale aanpassingen was de sport ook zeer spectaculair om te zien. Rolstoelbasketbal werd al snel één van de populairste rolstoelsporten ter wereld, grote tornooien bleven niet uit. Maar hier dook snel een probleem op. Hoe groter het rolstoelbasketbal werd, hoe meer nood men had aan een degelijke overkoepelende organisatie. Er waren immers toen nog geen spelregels, en er werden nog geen uitslagen van de wedstrijden bijgehouden. Er bestond ook geen echte ploegenclassificatie.
De sport organiseert zich
In de jaren ‘40 hadden sporters met een handicap af
te rekenen met veel vooroordelen. Sporten leek voor de valide mensen en niet
voor personen met een beperking. Ook in de medische wereld stuitte men op veel
ongeloof. Het was aan de rolstoelbasketbalspelers om dit aan te pakken. Ze
wilden de dokters tonen, dat ze in de eerste plaats mensen waren die van het
leven wilden genieten, en niet enkel patiënten!
Ze hadden een nieuw doel in het leven: rolstoelbasketbal.
Al in 1946 bestond in Amerika een organisatie die zich bezighield met het organiseren van wedstrijden en tornooien rolstoelbasketbal. De organisatie noemde zichzelf “Paralised Veterans of Amerika” of kortweg PVA. De wedstrijden vonden plaats in de verschillende ziekenhuizen waar gewonde soldaten werden verzorgd. De PVA hield reeds wedstrijdklassementen bij. De teams werden gerangschikt door een onafhankelijke jury, die gevormd werd door de Helms Foundation in LA. In 1948 werd de eerste championship trofee uitgereikt aan het beste team van de PAV ziekenhuizen. Deze competitie duurde tot het jaar 1951.
Tijdens de eerste jaren van het rolstoelbasketbal waren er nog geen nationaal of internationaal aanvaarde regels of afspraken. In die tijd was rolstoelbasketbal eerder een vorm tussen het basketbal en rugby.
Het rolstoelbasketbal veranderde drastisch na het
ontstaan van de hometown teams. Deze ploegen waren niet langer verbonden aan
een ziekenhuis. Ze organiseerden zich op zelfstandige basis. Deze ploegen
focusten zich meer op de competitie en het sporten zelf. De revalidatie kwam
wat op de achtergrond. De komst van deze ploegen zorgde ervoor dat ook mensen
met andere beperkingen zin kregen om aan rolstoelbasketbal te doen. Deze
sporters voegden zich bij de sportende paraplegiekers. Zo had je nu ook
rolstoelbasketballers met polio en amputaties. Deze nieuwelingen waren
lichamelijk vaak sterker dan de paraplegiekers. Mensen met een ruggenmergletsel
werden dus een beetje verdrongen door de fysiek sterkere sporters. Er was nood
aan een systeem om de ploegen gelijkwaardig te verdelen . Ook het vormen van
vaste afspraken en spelregels drong zich op.
Als antwoord op al deze noden ontstond in het jaar 1949 in de VS de National Wheelchair Basketball Assosiation (NWBA). Deze organisatie werd opgericht door Timothy Nugent. Hij zag deze vereniging als een kans voor de mensen met een handicap om zich opnieuw te integreren in de maatschappij. Het motto van de NWBA was dat een handicap hebben niet noodzakelijk zielig moest zijn, of een ramp was. Het was eerder een uitdaging van het leven.
De NWBA zorgde al vlug voor de publicatie van de eerste internationale spelregels. Zo konden de verschillende nationale en internationale wedstrijden veel vlotter verlopen. Er moest nu immers niet meer oeverloos gediscussieerd worden over een wedstrijd omtrent afspraken of spelregels die tussen de twee ploegen zouden gelden.
De eerste internationale basketbalwedstrijd werd gespeeld in 1955 op de Stoke Mandeville Games (de voorloper van de Paralympics). In de beginjaren was het enkel toegelaten aan paraplegiekers om internationale rolstoelbasketbalwedstrijden te spelen. Na veel tegenkantingen van de sporters zonder ruggenmergletsel, die nationaal zeer goed presteerden, kwam er in 1968 eindelijk een classificatiesysteem. De sporters werden in drie klassen verdeeld. Het ging om een twaalfpuntensysteem. Er mochten dus maximum twaalf punten per ploeg op het veld staan tijdens een wedstrijd. Dit systeem had wel veel hiaten. Dokters bepaalden de classificatie per speler. Ze keken hier enkel naar de bewegingsbeperking en de letsels van de spelers. Er waren ook geen controlecriteria voor de verschillende classificaties. Enkel via medisch onderzoek kregen de spelers punten toegewezen. Er waren in de sportwereld veel misbruiken tegen dit nieuwe systeem. Niet alle sporters kregen een eerlijke classificatie toegekend, veel onderzoeken werden gemanipuleerd. Dit nieuwe systeem werd met veel klachten onthaald bij de hoge paraplegiekers. De organisatoren negeerden deze klachten omdat er nu eenmaal geen ander of beter alternatief voorhanden was.
Rolstoelbasketbal was één van de acht sporten op de eerste Paralympische Spelen in 1960 in Rome, Italië.
Door de organisatie van verschillende internationale wedstrijden veroverde het rolstoelbasketbal stilaan de hele wereld. Onder impuls van André Raes en Bob Deruelle werd in 1970 in Brugge het eerste Europese kampioenschap rolstoelbasketbal georganiseerd. Nog veel grote wedstrijden zouden volgen. De eerste ‘Gold Cup’ (wereldkampioenschap) werd in 1973 gehouden, waarbij weerom Brugge de eerste gaststad was. Het eerste wereldkampioenschap voor mannen werd gewonnen door Groot-Brittannië. In 1994 werd in Stoke Mandeville het eerste wereldkampioenschap voor dames georganiseerd, gewonnen door Canada.
In 1973 liet de ISMGF (International Stoke Mandeville Games Federation) toe dat er een subgroep voor het rolstoelbasketbal werd gevormd, met als voorzitter André Raes. Zij hield zich voortaan bezig met de organisatie van de rolstoelbasketbalwedstrijden op de Stoke Mandeville Games. De organisatie van het rolstoelbasketbal specialiseerde zich steeds meer. De subgroep betekende een enorme kwaliteitsverbetering voor het rolstoelbasketbal: het werd meer spelersgericht, en er was ook een beter presentatie naar het publiek toe.
In 1981 werden op internationale wedstrijden naast ruggenmergletsels ook andere handicaps toegelaten. Daardoor kwam het classificatiesysteem opnieuw onder vuur te liggen. Ditmaal werd wel naar de vele argumenten geluisterd. In 1982 werd het eerste basketbal classificatie comité opgericht. Deze classificatie was nu meer naar de sport zelf georiënteerd. De classificatiecriteria waren nu gebaseerd op de bewegingsmogelijkheden van de sporters. Het werd een 4-klassensysteem en men mocht dertien punten hebben per team.
De naam “sub-section of the ISMGF” werd in 1989 veranderd in de IWBF, de afkorting voor de International Wheelchair Basketball Federation.
De laatste stap werd gezet in 1993: IWBF werd een onafhankelijke vereniging. Via deze weg wilden ze het rolstoelbasketbal uitbouwen en organiseren over de hele wereld. Dit deden ze dus door zelf de touwtjes in handen te nemen. In de daaropvolgende jaren groeide IWBF in omvang, en op basis van het aantal ‘National Organisations of Wheelchair Basketball’ (NOWB’s) met actieve programma’s configureerde de internationale federatie zichzelf in vier geografische zones: Afrika, Amerika, Azië / Oceanië en Europa. Momenteel zijn 105 NOWB’s lid van IWBF.